Pagina's

donderdag 19 december 2013

Onvermijdelijke feestdagen

Sinds dochterlief op school  zit, gaan de feestdagen alles behalve ongemerkt aan ons voorbij. Sinterklaas werd nog net voordat de storm begon ingehaald. Nadat de Sint ons land had verlaten, gingen we feilloos over naar de Kerst.
 
Zo stond ik de maandag na de Sinterklaas de school voor de Kerst te versieren. Reed ik vandaag dochterlief en twee andere kindjes uit haar klas naar de kerstviering in de kerk. Aan het einde van de middag had dochterlief een kerstdiner. Uiteraard moest je daar als kleuter in vol kerst-ornaat  komen dus werd dochterlief in haar mooiste kerstjurk gehesen. Het kerstdiner bestond vervolgens uit “volledig verantwoorde” hapjes zoals pizza, pannenkoeken, saucijzenbroodjes en kerstbrood met kruidenboter. Uiteraard hadden de kinderen zelf het menu samengesteld. Dochterlief vond het fantastisch en ach het was ook allemaal erg leuk en schattig om te zien en zo kom je zelf ook in de kerstsferen.
 
Ook werd ik dit jaar geconfronteerd met het fenomeen dat kleuters elkaar al kerstkaarten geven. Als nieuwbakken basisschool moeder keek ik eerst vreemd op toen dochterlief met de eerste kaart kwam aanzetten. Inmiddels heeft dochterlief al zo veel kaartjes ontvangen dat het iedere dag meer de vraag is hoeveel kaarten heeft ze vandaag in haar tas zitten. Qua kaarten doet ze het in ieder geval beter dan haar ouders want wij hebben welgeteld één kaart ontvangen en de rest van alle goede wensen krijgen wij via social media of per email binnen. Maar goed die kaarten. Langzaam voelde ik de druk van ook een kaartje geven groeien. Gisteren ben ik dan ook overstag gegaan. Ik had nog kleine kaartjes liggen die je normaliter op een cadeautje doet. Die heb ik aan een zakje vastgemaakt met daarin een koekje of een kransje. Ik was goedkoper uit dan kaartjes kopen en het effect was leuk(er). De kinderen vonden het in ieder geval fantastisch om naast het mini-kaartje ook iets lekkers te ontvangen.
 
Nog een dag en dan heeft dochterlief twee weken vrij. Ook ik heb twee weken vrij. Twee weken waarin we alle tijd voor elkaar hebben, we geen verplichtingen hebben en we tot rust kunnen komen. Hele fijne kerstdagen voor iedereen want ik schat zo in dat ik voor de Kerst niet meer blog. Dus geniet van elkaar en van al het lekkers!

maandag 16 december 2013

Een eigen plek: van 12m2 naar 160m2

Toen ik 19 jaar was ging ik het huis uit. Ik begon te werken als au-pair bij een Franse familie waar ik een kamer aan de voorkant van het huis kreeg tegenover de kinderkamer. Het huis werd gerenoveerd en ik mocht mijn kamer zo inrichten als ik het wilde. Onder de vele lagen behang zat ouderwets bloemetjesbehang met van die kleine lieve roze en blauwe roosjes. Ik liet mijn kamer dus zoals het was want ik vond het wel wat hebben die houten vloeren met dat bloemetjesbehang.
 
Na een paar maanden eindigde mijn au-pair avontuur en vertrok in naar Brussel om te studeren. Daar woonde ik op kot (zoals op kamers gaan in goed Belgisch heet) in een soort studentenflat verbonden aan de universiteit. Het kamertje was nog geen 12m2 maar het was de eerste woonruimte waar ik op mezelf woonde. De kamer was deels gemeubileerd. De meubeltjes waren oud en aftands maar met wat eigen spulletjes werd het snel mijn plekje. Veel tijd heb ik nooit in dat kamertje doorgebracht. Twee maanden later liep ik manlief tegen het lijf. Ik bracht de meeste tijd bij hem door. Hij deelde een appartement met een vriend. We hadden daar alle vrijheid terwijl ik mij in de studentenflat aan allerlei regeltjes moest houden. Regeltjes die ver gingen en niet altijd even reëel waren voor een 19-jarige.
 
Na een jaar België ging ik verder studeren in Maastricht. Daar deelde ik in eerste instantie een achterhuis met een andere studente. Samen kochten we gordijnen om het huisje een beetje aan te kleden. De rest van de meubeltjes namen we mee van ons ouderlijk huis. Na een paar maanden vonden we alle twee een andere kamer. Deze keer deelde ik een flat met nog drie andere meiden in een buitenwijk in Maastricht. Na anderhalf jaar vertrok ik daar met ruzie. Ik had een hele andere levensstijl en dat botstte. Ik werkte vaak tot diep in de nacht in de horeca terwijl de andere meiden vaak al om 22.00 in bed lagen. Ik paste dus niet binnen dat huis. Dankzij mijn werk, vond ik een kamer midden in het centrum. Alles was letterlijk op loopafstand. Het huis deelde ik met een stel hotelschoolstudenten die er net zo’n levensritme op nahielden als ik. Weer verhuisden mijn spulletjes naar een andere kamer. Een kamer van 4x5 met een prachtig uitzicht op alles wat er in de straat gebeurde. Uren konden we dan ook in mijn kamer zitten om alles en iedereen te observeren en daar nodig ook te bekritiseren. Als studente had het huis alles wat ik me maar wilde wensen: centrum, ruime kamer en leuke huisgenoten. Heel veel meer heb je als studente dan niet nodig.
 
Aan mijn studententijd kwam echter een einde. Ik kwam er al snel achter dat de kansen op de arbeidsmarkt klein waren voor mij in Limburg dus lokte de Randstad. Ik was mijn kamer binnen no-time kwijt maar ik had geen andere woning. Ik heb ongeveer 6 weken vanuit mijn koffer geleefd en geslapen op vloeren en verschillende bedden van vriendinnen voordat ik mijn eerste appartementje vond in Den Haag. Voor het eerst woonde ik echt op mezelf. Ik had een eigen badkamertje, eigen keuken, een slaapkamer en woonkamer met balkonnetje. Het voelde alsof ik de loterij had gewonnen. Het appartement zelf was niet meer dan 25m2 maar het was nog geen 10 minuten van strand en centrum en in een goede buurt. Dat het appartement met allerlei gebreken kwam, zag ik in eerste instantie niet. Ik genoot van het feit dat ik alleen woonde en niet meer alles hoefde te delen. Mijn eerste huisje werd ingericht met spulletjes die mijn moeder nog over had. Heel veel had ik ook niet nodig en heel veel paste er ook niet in het mini-huisje. In eerste instantie deed ik mijn was bij de wasserette aan het einde van de straat. Na een jaar kwam er de goedkoopste wasmachine die ik kon vinden. Ik werd voor gek verklaard door de verkoper. Ik was al blij dat ik nu een wasmachine had en het toerental maakte mij niet zo veel uit. Ik heb nog geen 10 jaar met veel plezier de wasmachine gebruikt. Goedkoop was in dit geval dus geen duurkoop. Na een tijdje trok manlief bij mij in na omzwervingen in het buitenland. Ik kon mijn geluk niet op. Eindelijk waren we samen.
 
Het huisje bleek na een aantal jaren toch met veel gebreken te komen. Het lekte aan alle kanten, de muren waren zo dun dat je alles kon horen, de gaskachels waren niet goed aangesloten en vormden een groot gevaar maar omdat het huis niet tochtdicht was is dat toch goed gegaan. Ineens was het huisje niet meer zo ideaal als het er in het begin uitzag. Het werd weer tijd om te verhuizen. We zochten deze keer naar een flat. We reageerden op advertenties van we woningbouwvereniging maar werden vaak afgewezen. Uiteindelijk kreeg ik een positieve reactie. Ik kon intrekken in een net gerenoveerd appartement in de buurt van het Zuiderpark. We waren helemaal lyrisch. Onze woonruimte werd verdubbeld en we gingen naar iets minder dan 60m2. We hadden drie slaapkamers, een badkamer met apart toilet, woonkamer en keuken. Omdat de flat net gerenoveerd was moest alles binnen gebeuren. Dat betekende dat we het helemaal naar onze eigen smaak konden stofferen. Van onze spaarcentjes legden we zeil in de keuken en de rest van het appartement kreeg vloerbedekking. Alle muren werden door ons geschilderd. Ook kochten we samen onze eerste paar meubeltjes. Alles werd zorgvuldig uitgezocht binnen een krap budget. In het begin kwamen we helemaal tot rust in ons appartementje. Alleen na een tijdje liepen we tegen een aantal minder fijne dingen aan. Zo hadden we soms geluidsoverlast van buren maar nog vervelender we werden geconfronteerd met moord en geweld in de directe omgeving. Twee portieken naast ons werd een stel vermoord door een jaloerse ex. Dat maakte enorm veel indruk. Ik werd ook bang om ’s avonds nog de tram te nemen als ik laat met de trein op het station aan kwam.  Ik reisde dan vaak om zodat ik op een veiligere plek op mijn tram kon wachten. Een huis maar ook je directe woonomgeving moet veilig aanvoelen en met name de woonomgeving voelde alles behalve zo aan. De laatste druppel kwam toen ik in de tram zat en de hele tram door een paar jochies van nog geen 12-13 jaar werd bedreigd met een mes. Niemand begreep waarom maar op zo’n moment ga je geen vragen stellen. We kwamen er allemaal goed vanaf maar ik had er genoeg van. Ik wilde weg uit Den Haag.
 
Nu had ik inmiddels een goed betaalde baan gevonden dus we konden met gemak van mijn salaris een eengezinswoning kopen. Naast dat we ruimer wilden wonen, wilde ik vooral ook meer in de buurt van mijn werk wonen. In eerste instantie gingen we voor een jaren dertig woning in het Gooi of omgeving Haarlem. Al snel concludeerden we dat we, toen nog op de top van de huizenmarkt, hier nooit een reële prijs voor een huis zouden betalen. Bovendien moest aan de meeste huizen nog zo veel gedaan worden dat we met de kosten van de verbouwing erbij alleen maar zouden verliezen. Langzaam namen we afscheid van het idee van een jaren dertig wonen en gingen we ons oriënteren op nieuwbouwwoningen. Op een bepaald moment kwam ik bij een nieuwbouwproject uit waarvan ik wel gecharmeerd en die we ons, niet onbelangrijk, ook konden veroorloven. De inschrijfperiode was inmiddels al lang verstreken maar binnen het project waren er nog een paar huizen vrij. We kozen het huis die wij het gunstigste vonden liggen. Niet snel daarna was de koop beklonken en wisten we dat binnen een paar maanden er een prachtig huis op ons stond te wachten. In de tussentijd konden wij ons bezig houden met de inrichting want we namen niet alles standaard af. Er moest dus een keuken worden uitgezocht, er moesten tegeltjes komen en we keken naar vloeren en verfkleuren. Zoals je bij Spaarcentje hebt kunnen lezen was ons spaargeld niet voldoende en konden de kosten niet allemaal gedragen worden door de hypotheek. We hebben dus een lening moeten afsluiten om bepaald meerwerk te kunnen bekostigen. Achteraf zou ik dat anders hebben gedaan maar toentertijd wilden we het huis helemaal perfect in orde en naar onze smaak hebben ingericht. Ook werd ons voorgehouden dat we onze investering dubbel en dwars zouden terug verdienen.
Na ongeveer een jaar werd de woning van 160m2 opgeleverd. We kregen er dus ineens een zee van ruimte extra bij. We waren blij maar we konden niet helemaal onze draai in onze nieuwe woonomgeving vinden. We vielen een beetje buiten de boot omdat we bezig waren met ons werk en kinderen nog niet in beeld waren. Om ons heen woonden vooral jonge gezinnetjes. We waren dan ook vaak in de weekenden niet thuis te vinden. Heel langzaam begonnen we na een tijdje toch de voordelen van onze nieuwe omgeving te zien. We wonen overal dichtbij en inmiddels is het dorp waren we wonen van alle gemakken voorzien en goed ontsloten op openbaar vervoer en snelwegen. Na de geboorte van dochterlief voel ik me als een vis in het water in mijn omgeving. De directe omgeving heeft veel  voorzieningen voor gezinnen en ik woon simpelweg erg centraal.
 
Is het de ideale woonomgeving? Nee uiteindelijk droom ik ook van dat kneuterige boerderijtje met een enorm grote woonkeuken en tuin of van dat prachtige strandhuis met veranda waarbij als je naar buiten loopt meteen met je voeten in het zand staat en de zee voor je open ligt. Het mooie is dat ik daarvan kan dromen en dat er nog te dromen valt. Dat betekent dat ik nog wensen heb. Wensen die niet eens perse hoeven uit te komen omdat ik ook best tevreden bent met wat ik nu heb. Toch is het leuk om terug te kijken naar hoe ik voor het eerst woonde en hoe ik nu woon want dat is een wereld van verschil. Hoe is dat bij jullie gegaan? Zijn jullie langzaam van klein naar groter gaan wonen?

maandag 2 december 2013

Moeilijk


De laatste tijd vind ik het moeilijk om nog een positief blogje te plaatsen. Dat heeft alles te maken met mijn gemoedstoestand. De tranen zitten erg hoog en ik loop de laatste paar weken op de laatste restje van mijn kunnen. Het liefste zou ik even door alles en iedereen alleen gelaten worden om te kunnen nadenken, huilen, schreeuwen maar vooral om even tot rust te komen.
 
Hoe komt dat zo? Het gaat al een tijd niet goed tussen manlief en mij. Door de jaren heen zijn we langzaam uit elkaar gegroeid en leven we meer naast elkaar dan met elkaar. Dat heeft meerdere reden die grotendeels in het verleden liggen maar die we op een of andere manier niet achter ons kunnen laten liggen. Talloze gesprekken hebben we gevoerd en meerdere malen hebben we ruzie gehad. Het lijkt allemaal weinig te helpen. We zijn er nog niet helemaal uit maar het lijkt erop dat manlief meer en meer ervan overtuigd is dat we niet meer samen verder moeten. In eerste instantie dacht ik er net zo over. Alleen de laatste tijd slaat de twijfel toe. Ik houd namelijk nog wel heel veel van hem. Ondanks alles denk ik dat we met heel veel praten er misschien toch nog uit kunnen komen. Ik zou dat zelf heel graag willen, voor mezelf, vooral voor onze dochter maar ook voor hem.
 
Met dit alles heb ik het ontzettend moeilijk. Ik voel me verward maar raak soms ook in paniek. Hoe moet nu alles verder? Natuurlijk weet ik ook wel dat het niet de einde van de wereld is maar zo voelt het wel even. Manlief gaat over twee dagen een aantal dagen naar Duitsland. Ik heb aangegeven dat ik daarna heel graag wil praten om te kijken of we onze relatie nog kunnen redden.
 
Hierdoor lijkt alles wat ik moet doen te veel. Op een of andere manier gaat werken wel goed. Misschien wel omdat het een plek is waar ik me van alles kan afsluiten en vanwege de drukte het werk al mijn aandacht vraagt. Toch merkte ik afgelopen week toen ik drie uur helemaal alleen zat en de telefoons van mijn collega’s maar bleven gaan dat dit snel tot irritatie en spanningen leidt. Ook het stopzetten van mijn ouderschapsverlof ging niet zonder slag of stoot. Ik kon op een bepaald moment wel in huilen uitbarsten terwijl ik met HR aan de telefoon staat omdat zij het niet helemaal begreep. Uiteindelijk is dat wel goed gekomen.
 
Ik heb nu eigenlijk behoefte om mijn wereldje zo klein mogelijk te maken. Die behoefte heb ik vaak als alles te veel lijkt te worden. Ik heb dan ook mijn deelname aan de Ouderraad  stop gezet. Ik moet er even niet aan denken om van alles te regelen. Ik wil al mijn energie in mijn dochter en mezelf kunnen steken. Vooral mijn klein meisje heeft mij nu het hardste nodig. Voor haar wil ik een leuke mama kunnen zijn. Zij is nu even het allerbelangrijkste.